Drakkars sur l’Amazone


Boekennieuws

Tijdens het werk in de bibliotheek kan een boek wel eens de aandacht trekken. Telkens zetten we een boek uit de Tolerant-bibliotheek in de schijnwerpers. Het moet tonen hoe rijk de verzameling is.

We beginnen met een wat buitenissig nautisch geschiedenisboek:
Drakkars sur l’Amazone. Les Vikings de l’Amérique précolombienne geschreven door Jacques de Mahieu en uitgegeven in 1977 in Parijs.

Het is inderdaad ‘t een en ‘t ander de laatste jaren met de Vikings. In 1989 verscheen te Gent het boek De Vikingen bij ons, Het Grote Leger (879-892) in België en Frankrijk van Marcel Mestdagh. Op basis van stratenpatronen in stadsplannen wou hij aantonen dat de invloed van deze vroeg-middeleeuwse Scandinaviërs veel groter zou geweest zijn dan tot nog toe aangenomen. Veel wetenschappelijke bevestiging kreeg hij niet . Wel is er uit zijn boek een soort vikinggenootschap ontstaan.

In 2008 verscheen ook nog eens Noormannen in de Lage Landen. Handelaren, huurlingen en heersers van Luit van der Tuuk. Het was inderdaad lang geleden dat dit hoofdstuk uit onze geschiedenis beschreven werd. We leren eruit dat de stad Brugge waarschijnlijk zijn naam gekregen heeft van hier aanwezige Vikings. Had Mestdagh dan toch een beetje gelijk?

In 2009 nog publiceerde de Britse professor Graeme Davis het boek Vikings in America, dat, meen ik toch, (nog) niet vertaald werd naar het Nederlands. Deze nuchtere auteur blijft ver weg van Von Däniken-achtige uiteenzettingen. Ook al suggereert hij meer dan kan bewezen worden, toch is dit boek het lezen waard.

Diezelfde Vikings zouden volgens Jacques de Mahieu niet alleen de Schelde, maar ook de Amazone opgevaren zijn. De Franse professor (die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de foute kant stond), was een van de eerste nazivluchtelingen in Argentinië. Daar gaf hij les aan de universiteit van Buenos Aires. Hij staafde zijn theorie met inscripties, een in de rotsen uitgehakte Odinfiguur, en “blanke” indianenstammen. In een ander boek beweert hij dat de Incadynastie zou gesticht zijn door dergelijke Vikings. Dit werd opgepikt door de bekende Noorse vlotvaarder Thor Heyerdahl. Die wou immers bewijzen dat deze “Inca-vikings” het uiteindelijk in de Andes voor bekeken hielden en met Balsa vlotten naar de eilanden van de Pacific zouden gevaren zijn. Dit alles wordt door de wetenschap niet bevestigd , of beter, compleet van tafel geveegd. Waarom dit boek er dan uitgepikt?

In de “Edda”, de verzameling middeleeuwse IJslandse “Goden – en heldenliederen”, die vandaag beschouwd wordt als een belangrijke inkijk in de “Vikingsamenleving”, lezen we het volgende vers: “Helgi beval het zeil te hijsen – de golven werd geen kamp gegeven – toen Aegirs dochter (die altijd storm veroorzaakte) afschrikwekkend de kabelhengsten kantlen wilde.” (vers 30 van “Het oude lied van Helgi de Huningdoder, in: Jan de Vries, Edda, Deventer, 1994, 11de ed., p. 171.)

Ter aanvulling nog iets. Het etymologisch woordenboek van Dale vermeldt onder het lemma “hengst (2)” : vissersvaartuig, vermoedelijk genoemd naar hengst (1)(paard). Vgl. b. v. de Giethoornse bok en middelnl. Ever.
“hengst (1)”: paard (…) vermoedelijk verwant met Litouws “Sokti” (springen), “sankus” (snel).
Waren de in de Schelde opgebaggerde drakkarstevens overblijfselen van vroege naamgenoten van onze gekoesterde mosselschuiten?